FotoRechtsaf voor Iran.
Een grens is een gek ding. "One day you're in, the next day you're out", zoals Heidi Klum treffend zegt (in een ietwat andere context, nl  Project Runway). Maar zo voelt het wel. Vandaag zitten we in het vertrouwde Turkije, maandag zetten we onze voelsprieten uit in Iran. Het zal wennen worden. Wennen aan een andere taal, schrift, geld, en omgangsvormen. De 3 maanden in Turkije zijn ons ontzettend goed bevallen en we zullen het land en de mensen gaan missen.

Het oversteken van grenzen en het betreden van een nieuw land is voor ons elke keer onwennig. In zekere mate gold dat ook al voor de afgelopen 4 weken in Koerdistan, een 'land' in een land. We hebben geprobeerd te doorgronden wat het betekent om Koerdisch te zijn. Maar dat was geen makkelijke vraag. Koerdistan bestaat officieel niet, dus er was geen duidelijke grens om te bepalen of we er waren. Je ziet verschillen ontstaan, maar je weet niet zeker of dat te wijten is aan het Koerdische. Als je op de man af vraagt of iemand Turks óf Koerdisch is, neem je automatisch aan dat het twee verschillende groepen zijn en we vragen ons af of dat wel terecht is.

Op reis hebben we onszelf al meerdere malen op een tunnelvisie betrapt. Je ziet wat je wilt zien. Zo dachten wij eerder dat de ramadan al begonnen was en vonden wij het overdag rustiger en de mensen wat slomer reageren dan normaal. Achteraf bleek dat de ramadan pas een dag later begon... Zo werkt het soms ook met grenzen: omdat je een grens passeert, wil je ook graag andere dingen zien. En Iran klinkt als een heel andere wereld, maar of dat terecht is? Eén ding zal zeker wennen zijn voor ons beiden: vanaf maandag reist Judith met een hoofddoek.

Foto
Het dorpsleven in Koerdistan: afgelegen, maar wel met veel ruimte.
 
Foto
We zijn een paar dagen van de kaart geweest. Gerard had een verkeerde kebab gegeten, waardoor hij een voedselvergiftiging heeft opgelopen. Meestal is een voedselvergiftiging zo voorbij, ware het niet dat een bacterie in het drinkwater misbruik maakte van de situatie en kans zag om de macht in zijn darmen over te nemen. Een grote sterke Gerard was na 5 dagen slap in de benen en een stuk minder groot. Fietsen zat er even niet in. Noodgedwongen hebben we een stuk van onze route met ander vervoer afgelegd. Met onze fietsen in de laadbak van een terreinwagen en onze fietsen in de buik van een lange afstandsbus zijn we in één dag van Dyarbakir naar Tatvan gereisd. Hierdoor wonnen we een aantal fietsdagen op ons schema en had Gerard alle tijd om bij te komen.

Tatvan is een klein stadje aan het meer van Van. Judith besloot om via couchsurfing contact te zoeken met locals en zo wat mensen te ontmoeten om er het beste van te maken. En dat is gelukt! We ontmoetten Damla, een 31 jarige arts uit Istanbul, die in Tatvan in het kinderziekenhuis werkt als onderdeel van haar opleiding. Ze wilde ook wel even naar Gerard kijken. Nog geen halve dag na ons eerste mail contact werden we door haar opgehaald om naar het ziekenhuis te gaan. Gerard werd aan het infuus gelegd, bloed afgenomen, urine en ontlasting naar het lab gebracht, etc. Drie uur later verlieten we het ziekenhuis met medicatie en de sleutels van haar appartement. Hier zijn we de volgende dag naar toe verhuisd en hebben de dagen in haar gezelschap en die van haar collega arts Inanc  doorgebracht: thee drinken aan de oever van het meer, reisverhalen uitwisselen, muziek luisteren, etc. Gerard is inmiddels aan de beterende hand, wat betekent dat we onze reis gaan voortzetten. Met pijn in het hart verlaten we Tatvan.

 
Foto
Soms komen de Bijbel en de Koran dicht bij elkaar. Zo bleek Sanliurfa de geboorteplaats van de Bijbelse aartsvader Abraham (de profeet Ibrahim in de Koran). Volgens de legende heeft Abraham de eerste jaren van zijn leven doorgebracht in een grot in Sanliurfa. De Assyrische koning Nimrod had namelijk gehoord dat er een kind geboren was die zijn rijk ten einde zou brengen en liet daarom alle pasgeborenen vermoorden. Abraham schuilde zeven jaren in deze grot om aan dit gevaar te ontsnappen. Later in zijn leven kwam Abraham opnieuw in gevaar door koning Nimrod. Abraham was bezig om afgodsbeelden te vernietigen in Sanliurfa. Koning Nimrod was het hier niet mee eens en veroordeelde Abraham tot de brandstapel. Hier kwam God te hulp: God / Allah doofde het vuur met water en veranderde de brandende kooltjes in vissen. Abraham landde verderop ongedeerd in een rozenstruik. De rozentuin en de vijvers met heilige karpers zijn in Sanliurfa nog steeds te bezichtigen. Het verhaal vertelt verder dat degene die zo’n karper vangt, blind zal worden én als je een witte karper ziet, dan weet je dat de poort naar de hemel voor je openstaat. Geen wonder dus dat mensen dringen om deze karpers te mogen voeren. Sanliurfa is voor moslims een pelgrimsoord geworden. In de grot van Abraham, in dezelfde rozentuin, kan je geneeskrachtig water tappen. Omdat het suikerfeest was, was het extra druk met mensen. Overal was het dringen: dringen om de karpers te voeren, dringen in het park om te kunnen picknicken en dringen om geneeskrachtig water te tappen. Mannen en vrouwen moeten gescheiden naar binnen. Bij de mannen ging het nog wel, maar bij de vrouwen was het vechten om naar binnen te komen. Juud heeft zich kranig geweerd en heeft zo toch een glimp van de grot en de waterbron te zien kunnen krijgen. We hebben overigens geen witte karper gezien.

Foto
De meest vertroetelde vissen van Turkije.
 
Foto
We zijn er weer ingetuind. Op onze kaart stond van Malatya naar Adiyaman een mooie gele weg aangegeven. Op onze kaart zijn er nog drie twijfelachtigere categorieën:  een bruine stippellijn (‘dirt road’), een bruine lijn (‘rijweg’)  en een witte lijn (‘secundaire weg’).
Deze gele weg ('hoofdweg') moest dus wel deugen. Vol goede moed begonnen we aan de etappe. Na een kilometer of 20 ging ons mooie asfalt over in steengruis en kuilen. Vijf kilometer verder stonden er verbodsborden met Turkse teksten eronder. Als Nederlandse fietser weet je dat verbodsborden natuurlijk nooit gelden voor fietsers, dus we hebben stug doorgetrapt. En dat was nodig ook, want de weg ging behoorlijk omhoog. Na nog eens twee kilometer kwam een oud mannetje ons tegemoet lopen. Toch maar eens vragen of deze weg wel ergens naar toe gaat. Zijn antwoord was duidelijk: “Yolu yok” oftewel: er is geen weg. Dit werd nog eens bevestigd door een net passerend busje. Met weidse armgebaren werden we terug gestuurd. Het bleek dat wij een klein zijweggetje gemist hadden. Er stond een vergaan verkeersbord bij: van het plaatsje Asigkoy, waren alleen de A en i nog leesbaar. Nou ja, dan zal dit wel de “gele” weg zijn. Wederom vol goede moed begonnen we daarom opnieuw met klimmen, maar ook hier kregen we kuilen en keien voorgeschoteld. Met een nieuw hoogterecord op zak begonnen we over het steengruis af te dalen. Na deze inspanning bleken we nog een keer fors te moeten klimmen en wederom over losse steentjes. Met de tong tussen onze spaken kwamen we aan in Celikhan, alwaar het halve dorp uitliep om ons te bekijken. Bij Celikhan is een stuwdam aangelegd. Het meer stond wel op onze kaart, maar de actuele kwaliteit van de weg was dus nog niet goed verwerkt op onze kaart. In Celikhan werden we uitgenodigd om deel te nemen aan de iftar-maaltijd van het dorp. De mannen en vrouwen aten gescheiden van elkaar. Waarschijnlijk omdat er dan beter geroddeld kan worden en over voetbal gepraat kan worden. Wij konden wel gewoon bij elkaar zitten, zodat het voor de kinderen van het dorp makkelijker was om om ons heen te zwermen. Vooral Judith maakte met haar lengte veel indruk op de meisjes van het dorp. Een enkel meisje slaakte zelfs een zucht met: I love you.


Foto
Op naar de top over steengruis.
 
FotoKangal. Geboorteplaats van de Kangal hond.
Op  reis in een ander land leer je van alles over lokale specialiteiten. Zo hebben wij in Turkije al vrij snel kennis gemaakt met de naam Kangal.  Deze naam refereert helaas niet aan een of andere smakelijke aubergine schotel, maar aan een Turks hondenras. Geen Turks dorp of Turkse herder  zonder een Kangal hond. Lang voordat we zelf een Kangal hond gezien  hadden, wisten we af van het  bestaan van deze dieren. Fietsers mogen  onderling graag (sterke) verhalen uitwisselen over honden en de Kangal  leent zich hier uitstekend voor. Het is  namelijk een héle grote hond.  Zoek op Google maar eens naar afbeeldingen. En  ja, die halsband met messen dragen ze in werkelijkheid ook. Ze worden namelijk als waakhond  gebruikt voor de kudde schapen en daarmee kunnen ze wolven op afstand  houden. Of, onschuldige fietsers... 
 
Eerlijkheid  gebiedt te zeggen dat we slechts een enkele keer écht bang geweest zijn van  Kangal honden. Meestal liggen ze te suffen in de schaduw en komen  niet in actie bij de aanblik van twee fietsers. Of ze blijven op veilige afstand. Wel hebben
we een keer drie Kangal honden gehad die fanatiek  achter ons aan bleven rennen.
Het leek wel kilometers te duren... Op  wiki is terug te vinden dat ze tot 50 km/u kunnen rennen. Kan je nagaan  hoe snel wij gefietst hebben..!