Judith voor de Iraanse ambassade. Judith zette haar hoofddoek nog eens goed recht op haar hoofd. Gerard voelde nog eens of zijn baard er goed bijstond en met een kleine kriebel in de buik belden we aan bij de Iraanse ambassade. Even wachten…. En… de deur bleef gesloten! Nogmaals bellen dan. De deur bleef dicht… Zouden we er op de camerabeelden zo lelijk uit zien dat ze deur niet open wilden doen?
Uiteindelijk werd de deur toch opengemaakt. Het invullen van het papierwerk ging verrassend makkelijk en de papieren werden ook soepel geaccepteerd. Vervolgens nog even naar een Turkse bank lopen om het verschuldigde bedrag voor de visa te laten overmaken. Daar kwamen we er weer eens achter dat het Turkse banksysteem niet optimaal functioneert: de balie van de bank accepteerde alleen cash geld. Pinnen was niet mogelijk. En dat bij een bank! Terug bij de Iraanse ambassade hebben we de betalingsbewijzen ingeleverd en werd ons verzekerd dat de visa vrijdag om 15.00 uur voor ons klaar zouden liggen. Vol goede moed stonden wij vrijdagmiddag dan ook op de stoep bij de Iraanse ambassade om erachter te komen dat het visa-loket op vrijdagmiddag vanwege de Ramadan gesloten was. De portier van de ambassade was zo vriendelijk om toch even te kijken of onze visa klaar lagen en ja hoor: we kregen onze paspoorten met de visa gewoon mee. Daar waren we heel blij mee, want anders hadden we tot na het weekend in Ankara moeten blijven. Het grote voordeel van Ankara is dat niemand zich hier aan de Ramadan lijkt te houden en alle terrassen vol zitten met etende en drinkende mensen. Het grote nadeel van Ankara is echter dat er buiten dat eten en drinken weinig bijzondere dingen te doen zijn, op het mausoleum van Atatürk en het museum van Anatolische beschavingen na, maar die hebben we intussen al bezocht. Met de Iraanse visa op zak kunnen we ons nu dus echt gaan opmaken voor de meer onbekende streken en landen: eerst nog een maandje in Oost-Turkije (Koerdistan) rondfietsen en daarna volgen Iran, Turkmenistan en Uzbekistan. Het verkrijgen van onze visa voor Iran hebben we gevierd met een etentje in een Perzisch restaurant in Ankara. Deze verdere kennismaking met Perzië smaakte duidelijk naar meer!
Ramadan in Ankara: volle terrassen en volle glazen bier.
Op de fiets kan je de weg kwijt raken, maar de Turken kunnen een weg ook kwijt máken.
We zijn er inmiddels al aan gewend dat er overal in Turkije druk aan de weg wordt gewerkt. Nieuwe wegen worden aangelegd, oude wegen worden verbreed of van een nieuwe laag asfalt voorzien. Maar de Turken kunnen een weg ook laten verdwijnen. Op onze kaart stond een weg van Kayseri naar Bogazliyan aangegeven. Bij toeval zagen we op Google maps dat op de plaats van ‘onze’ weg inmiddels een heel stuwmeer ligt en de hele weg dus niet meer bestaat. Volgens Google maps zou er iets verderop nog wel een doorgaande weg moeten liggen. Ter plaatse aangekomen, bleek ook deze weg vanwege het stuwmeer niet meer begaanbaar en moesten we nog verder omfietsen om op onze gewenste plek van bestemming te komen. Waar wij dus dachten dat we 90 km zouden gaan doen, stond de teller aan het eind van de dag op ruim 120 km. Aangezien die route niet de makkelijkste weg was, kwamen we goed afgepeigerd in Bogazliyan aan. Blijkbaar was dit ons goed aan te zien, want een passerende politie-auto stond erop om ons met zwaailicht en sirene naar het hotel te begeleiden (onderweg een auto met Nederlands kenteken opzij drukkend). En om het helemaal goed te maken werden we even later uitgenodigd om deel te nemen aan de gezamenlijke iftar-maaltijd, de eerste maaltijd die moslims eten nadat de zon is ondergegaan. Hier kreeg de term ‘weg werken’, weer een andere betekenis: veel Turken werken de maaltijd in recordtempo weg. Niet alleen omdat ze honger hebben, maar ook om op tijd te zijn voor het avondgebed en omdat een paar uur later een nieuwe maaltijd op hun wacht.
De gezamenlijke Iftar-maaltijd.
De Sultan Han-karavanserai In rap tempo zijn we de steppe ten oosten van Konya overgestoken. Een nieuw dagrecord is gevestigd, namelijk 153 km! Onze route liep langs een stuk van de oude zijderoute. Konya was als hoofdstad van de Seljuqs een belangrijke stad voor de karavanen uit Perzië. Tijdens het fietsen was het niet moeilijk om een voorstelling te maken hoe de karavaan door de omgeving getrokken moet zijn. De steppe is uitgestrekt met zandkleurige duinen aan de horizon. Vroeger waren om de 30 à 40 km karavanserais gevestigd, waar de karavaan stopte om te rusten. Dat was de afstand die kamelen op een dag konden afleggen. Wij stopten onderweg bij Sultan Han, gebouwd in 1229 en de grootste karavanserai van Turkije. Toen we er doorheen liepen, stonden we versteld van de grote ruimtes. Hier kon men heel wat handelswaren, dieren en mensen herbergen. In onze verbeelding kwam de karavanserai tot leven en voelden we de opwinding die een karavaan met zich mee brengt.
Vandaag de dag kan je de tankstations zien als een moderne karavanserai. Wij stoppen er tijdens het fietsen in elk geval regelmatig om even in de schaduw uit te
rusten. Zeker nu het ramadan is, kunnen we hier mooi wat eten en drinken.
Reizigers onder elkaar, net als vroeger.
De kamelen zijn nét de heuveltop over getrokken.
Niks romantiek... Etenstijd! Gisteren is de Ramadan begonnen, of, Ramazan, zoals de Turken zeggen. Deze duurt van 9 juli tot 7 augustus. Wij zijn benieuwd hoe men hier mee om gaat, want het is nogal een verandering geen eten en drinken van zonsopgang tot zonsondergang. Het is ons op de eerste dag al opgevallen dat er minder eettentjes open waren en dat er geen thee gedronken werd in de theehuizen. De gratis thee teller zullen we dus maar stop zetten voor de komende periode! Voor de Turken is de heilige maand vooral een moment van bezinning en solidariteit, wat in familiekring gevierd wordt. Het is voor ons afwachten wat we hiervan mee kunnen maken.
De eerste dagen van de Ramadan zijn we in Konya, zogezegd het Staphorst van Turkije. Deze stad is van oudsher het centrum van de Mevlevi-orde, een stroming binnen de islam. De orde is vooral bekend vanwege de dansende derwisjen, geestelijken die door ronddraaiende bewegingen in extase raken. Mede hierdoor staat de stad bekend om haar vroomheid. Dit lijkt ons de juiste plek om meer over de Ramadan te weten te komen.
Wij zullen in elk geval ons best doen om ons gepast te gedragen, ondanks dat geen eten en drinken voor ons op de fiets niet haalbaar is. Gerard dacht te weten dat reizigers volgens de islam uitgezonderd zijn, of gold dit alleen voor reizigers op een kameel?
De drukste straat van Beysehir 2 minuten nadat men weer mag eten...
Waar we in de Balkan op zoek waren naar sporen van de islam en de Ottomanen, is onze blik nu nog verder oostwaarts gericht en zijn we in Anatolië op zoek naar de Perzische invloeden. Het meest zichtbaar zijn de sporen die de Seljuq Turken hebben achtergelaten. Voordat de Ottomanen hun stempel op Turkije konden drukken, hadden de Seljuqs het voor het zeggen in Anatolië. De Seljuqs kwamen oorspronkelijk uit Centraal Azië en veroverden Perzië (Iran) en daarna Anatolië. Met de Seljuqs werden Perzische invloeden in Anatolië zichtbaar. We worden zo langzamerhand experts in het herkennen van de verschillen tussen de Seljuqs / Perzische architectuur en Ottomaanse architectuur. Waar de Perzen vaak geometrische patronen gebruikten, introduceerden de Ottomanen bloemmotieven. En waar de Ottomanen voor hun moskeeën vaak de voorkeur hadden voor één grote centrale ruimte met één grote koepel, bouwden de Seljuqs vooral moskeeën met meerdere koepels en pilaren in de gebedsruimte.
Voordat we ons verder gaan verdiepen in al dat moois willen we eerst werken aan onze eigen lichamelijke esthetiek. Na vier maanden fietsen hebben we een soort Duo Penotti huid en kunnen we door het contrast bruine huid – witte huid precies zien waar onze fietskleding heeft gezeten. Halverwege onze reis wordt het eens tijd voor een weekje vakantie. De komende week zitten we daarom lekker met de ouders van Judith in een vakantiehuisje vlakbij Antalya en gaan we aan de Middellandse Zeekust een beetje bijbruinen en uitrusten van onze inspanningen.
Ons vakantieparadijsje.